Nieuwe fiscale plannen raken elektrisch rijden en leaseauto’s.
Het kabinet heeft nieuwe maatregelen gepresenteerd die grote invloed hebben op de autobelastingen. Zo wordt de vrijstelling van wegenbelasting (MRB) voor elektrische voertuigen afgebouwd en komt er een extra heffing voor brandstofauto’s die zakelijk worden geleased.
MRB voor EV’s stijgt vanaf 2026
Tot eind 2025 betalen bezitters van elektrische voertuigen (EV’s) slechts 25% van de gebruikelijke MRB. Vanaf 2026 stijgt dit tarief naar 70% en in 2029 naar 75%. In 2030 volgt een nieuw belastingsysteem waarin de MRB wordt gebaseerd op de oppervlakte van het voertuig in plaats van gewicht. Hiermee wil het kabinet onevenredige belastingdruk op zwaardere elektrische voertuigen voorkomen.
Hoewel het huidige tarief nog op 25% ligt, betekent de verhoging vanaf 2026 dat elektrisch rijden in de praktijk niet altijd voordeliger blijft. Een elektrische Peugeot e-208 wordt bijvoorbeeld duurder in belasting dan het benzinemodel, ondanks dat hij schoner is.
Extra heffing op brandstofauto’s van de zaak
Een tweede maatregel betreft een nieuwe eindheffing op leaseauto’s met een verbrandingsmotor. Voor auto’s met een eerste tenaamstelling vanaf 1 januari 2027 geldt een extra heffing in de loonbelasting als er privégebruik plaatsvindt (>500 km per jaar).
Voorbeeld: bij een auto van €40.000 komt de eindheffing uit op €4.576 per jaar. Deze kosten mogen niet aan de werknemer worden doorbelast.
De maatregel geldt alleen voor loondienst, waardoor zelfstandigen (zzp'ers) niet onder deze eindheffing vallen. Bestelwagens worden vaak uitgezonderd, omdat ze meestal geen privégebruik kennen.
Financiering en effect op verduurzaming
De beoogde maatregelen kosten de overheid geld, vanwege gederfde inkomsten uit bpm en accijnzen bij elektrische auto’s. Om dit deels te compenseren, wordt onder andere de belasting op leidingwater verhoogd en wordt geld gehaald uit het Klimaatfonds en het Europese emissiehandelssysteem ETS2.
De aangekondigde maatregelen zijn bedoeld om de klimaatdoelen van 2030 te behalen, maar roepen vragen op over betaalbaarheid en consistentie van het beleid. Werkgevers en leaserijders moeten hun strategie voor mobiliteit heroverwegen.